Je huis energiezuiniger maken, dat begint niet per se met zonnepanelen of driedubbel glas. Soms zit het ‘m al in wat er onder je voeten ligt. Ja, echt. De juiste bestrating – in je tuin, op je oprit of zelfs rond je terras – kan een enorm verschil maken. Niet alleen voor je energiefactuur, maar ook voor het klimaat. Dus… welke revêtements moet je nu kiezen als je duurzaam én slim bezig wil zijn ?
Toen ik me hier voor het eerst in verdiepte, dacht ik vooral aan “iets dat lang meegaat”. Maar er komt meer bij kijken. Waterdoorlaatbaarheid, herkomst van de materialen, onderhoud, hittebestendigheid in de zomer (en geloof me, in juli in Gelderland kan het serieus bakken). https://www.constructiondurable.com heeft trouwens een paar goeie artikels over hoe je keuzes impact hebben op de lange termijn – zeker eens checken als je verder wil graven.
1. Waterdoorlatende bestrating – logisch, toch ?
Steeds meer mensen kiezen voor waterdoorlatende stenen of grind om te vermijden dat regenwater meteen het riool in verdwijnt. En eerlijk, dat is een no-brainer. Je helpt het grondwater op peil houden én je vermindert overstromingsrisico’s bij zware buien. Win-win.
Wat zijn goeie opties ? Denk aan grasbetontegels, klinkers met brede voegen of gewoon los grind. Kleine tip uit ervaring : kies grind dat niet té fijn is, anders verplaatst het zich overal naartoe. Been there, done that.
2. Gerecycleerde materialen – beter dan nieuw
Persoonlijk vind ik dit een van de beste trends van de voorbije jaren. Oude straatstenen, gebakken klinkers of zelfs gerecycleerd beton kunnen perfect hergebruikt worden. Het ziet er karaktervol uit en je spaart massa’s nieuwe grondstoffen uit. En da’s goed voor je CO2-voetafdruk.
Een klant van ons in Apeldoorn gebruikte oude Waaltjes om z’n hele voortuin aan te leggen. Het resultaat ? Super authentiek, en niemand zag dat het “tweedehands” was. Integendeel, het gaf net die charmante look die je met nieuwe tegels vaak mist.
3. Natuurlijke materialen zoals hout of natuursteen
Oké, hier moet je een beetje kritisch zijn. Niet alle natuursteen is automatisch duurzaam – het hangt ervan af waar het vandaan komt en hoe het verwerkt is. Maar lokaal gewonnen blauwe steen of Europese graniet ? Topkeuzes. Sterk, mooi én een lage milieu-impact.
En hout ? Ja, mits het FSC-gekeurd is en je kiest voor een soort die geschikt is voor buiten, zoals eiken of kastanje. Tropisch hout ? Liever niet. Te veel transport, te veel ontbossing… dat voelt niet juist aan.
4. Koele oppervlakken – minder hitte in je tuin
Ken je dat gevoel als je ’s zomers op je terras stapt en je schoenen bijna smelten van de hitte ? Dat komt door donkere tegels of asfalt die de zon vasthouden. Slimmer is om te kiezen voor lichtere kleuren of materialen die minder warmte absorberen.
Beton in lichtgrijs of natuursteen zoals leisteen of kalksteen zijn stukken aangenamer. En je helpt ook de omgeving afkoelen. Minder hitte-eilanden = meer comfort, ook voor je planten en dieren in de buurt.
5. Modulair en makkelijk vervangbaar
Tot slot : denk aan de toekomst. Wat als je ooit moet graven voor een regenwaterput ? Of als je plannen ineens veranderen ? Kies dan voor systemen die je makkelijk kan optillen en herplaatsen, zoals losse tegels of klinkers.
Persoonlijk zou ik altijd gaan voor iets wat niet vastgelijmd zit. Je bespaart jezelf zoveel kopzorgen later. En als er ooit een tegel breekt ? Geen drama. Je vervangt gewoon die ene in plaats van alles te moeten openbreken.
Conclusie : kies met gezond verstand én een beetje gevoel
Duurzaam bestraten is geen hogere wiskunde. Het komt neer op keuzes maken die logisch zijn voor jouw situatie, én goed zijn voor het grotere geheel. Vraag jezelf bij elke optie af : waar komt dit vandaan ? Wat gebeurt ermee als ik het ooit verwijder ? En… hoe voelt het eigenlijk aan onder m’n voeten ?
Want ja, een energiezuinige en duurzame woning begint soms gewoon buiten – op de plek waar je je eerste koffie van de dag drinkt, op blote voeten, in de ochtendzon.