Hoe richt je een loungeset in? 5 simpele stappen voor een tuin waar je écht wilt blijven hangen

Een tuin is fijn. Maar een tuin waar je ’s avonds niet meer uit weg wilt ? Die maak je zelf. En het begint allemaal met een goed ingerichte loungeset. Of je nu een mini stadstuintje hebt in Arnhem of een flinke lap grond in de Betuwe : met een paar slimme keuzes bouw je in no time een plek waar je wilt ontbijten, borrelen én stiekem zelfs even werken.

Benieuwd hoe je dat aanpakt zonder stress (en zonder dat het je halve vakantiegeld kost)? Hier komen 5 stappen die je echt wilt volgen. En als je inspiratie zoekt voor betaalbare buitenmeubels : www.fleximeuble.fr heeft verrassend leuke dingen – ik heb daar laatst zelf nog een bistrotafeltje gespot dat ik nu serieus overweeg voor ons dakterras.

1. Denk in hoeken, niet in meubels

Fout die veel mensen maken : ze kopen een loungeset omdat hij mooi is in de folder. Maar dan blijkt ie veel te groot voor hun tuin. Of net niet lekker te zitten. Persoonlijk ? Ik kijk eerst naar hoe de zon draait in m’n tuin. Waar zit ik ’s ochtends graag met koffie ? En waar komt in de avond dat gouden licht precies binnen ?

Begin met het indelen van zones: een chillhoek om te liggen, een eethoek (al is het maar voor twee stoelen en een tafeltje), en als je plek hebt : een groene hoek. Met een beetje creativiteit past dat zelfs op een balkonnetje.

2. Kies meubels die je echt gaat gebruiken

Serieus, niemand gebruikt die megagrote loungebank met vijf kussens als je maar met z’n tweeën bent. Wat wél werkt : modulaire elementen. Een paar losse stoelen, een compacte bank of zelfs een hangstoel. Let ook op het materiaal. In Gelderland regent het vaker dan we willen toegeven, dus kies iets wat tegen een buitje kan. Aluminium, kunststof of teak gaan jarenlang mee – en zijn makkelijk schoon te houden.

3. Werk met textiel (maar wees niet naïef)

Tuinkussens, buitenkleden, plaids… Het maakt je zithoek warm, gezellig en écht af. Maar let op : je laat die spullen niet zomaar buiten liggen. Ik ben zelf een keer al m’n kussens kwijtgeraakt na een onverwachte zomerbui – alles kon naar de stort.

Tip : kies kussens met afneembare hoezen. En koop zo’n grote opbergbox die je tegen de schuur zet. Staat netjes én spaart je centen op de lange termijn.

4. Vergeet de verlichting niet

Als het donker wordt, komt de sfeer pas echt. En nee, dat hoeft geen dure installatie te zijn. Een paar solar-lampjes langs je pad, een snoer met warme LED-bolletjes boven je tafel, misschien zelfs een buitenkaars in een lantaarn. Licht maakt alles zachter, knusser.

En geloof me, je blijft véél langer zitten als het licht goed is. Denk een beetje aan dat vakantiegevoel op een pleintje in Italië – dat wil je ook in je eigen tuin.

5. Geef het een persoonlijk tintje

Dit is waar het pas echt van jóu wordt. Hang iets aan de muur – een oude spiegel, een verweerde houten plank met planten erop. Zet een mand met tijdschriften neer. Plant een geurende lavendelstruik vlakbij je zitplek (elke keer als je langsloopt : die geur !).

Of doe iets geks : ik ken iemand die een oude radio omgebouwd heeft tot plantenbak. Werkt het ? Absoluut. Word je er blij van ? Nog meer.

Klaar om je eigen loungeset in te richten ?

Je hebt geen stylist nodig, geen giga-budget. Alleen wat gevoel voor sfeer, een beetje lef en deze vijf stappen. Begin klein, voel aan wat werkt voor jouw tuin, en bouw van daaruit verder. Want eerlijk ? Er is niks beter dan thuiskomen en denken : hier blijf ik even lekker zitten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *